Dit artikel is gebaseerd op een presentatie door Ingeborg Weser op een congres voor verloskundigen in Bensberg (D).
Als psycholoog ben ik geïnteresseerd in de vroegste ervaringen van mensen met mensen. Ik ben geïnteresseerd in wat voor soort relaties iemand nodig heeft om een ​​emotioneel gezond leven te leiden. En natuurlijk welke ervaringen dit in de weg staat. We weten tegenwoordig dat de kwaliteit van vroege ervaringen in de relatie met mensen grote invloed heeft op de persoonlijkheidsontwikkeling tot in de volwassenheid. Ook al bestaat iemands persoonlijkheid uit vele aspecten, de eerste levensjaren vormen echter het fundament waarop moet worden voortgebouwd. Als de fundering stabiel is, kan er een stabiel huis op worden gebouwd.
Hoe ontwikkelt zich de emotionele basis in een mens: welke bouwstenen zijn ervoor nodig, wie helpt mee bouwen en welk bouwplan past onder welke omstandigheden? En natuurlijk wat de achtergronden zouden kunnen zijn als het geheel te veel barsten en defecten blijkt te vertonen.
Das emotionale Fundament entsteht durch Beziehungen
Es ist die Qualität der Beziehungen, durch die das emotionale Fundament aufgebaut wird: im Prinzip geht es dabei um die Beziehungen zwischen Mutter, Vater und Kind. Es geht darum, wie weit sie einander fühlen und wahrnehmen, Interesse aneinander haben und wie sie miteinander umgehen. Das Beziehungsgefüge ist dabei immer sehr komplex und beruht auf Gegenseitigkeit. Sogar das Baby sucht schon aktiv nach 'Beziehung'. Es wendet sich den Eltern zu, schaut sie mit großen Augen an, weint herz-zerreißend und lacht herz-erweichend, es gestikuliert etc. Seine Anwesenheit weckt in den Eltern mütterliche Zärtlichkeit, Sorgsamkeit, Beschützerinstinkte und eine ganze Menge Liebesgefühle. Aber lassen Sie uns von Anfang an beginnen. Denn die ersten Beziehungserfahrungen macht das Kind im Mutterleib.
Het meest belangrijke uitgangspunt: De emotionele basis komt voort uit relationele ervaringen
Het is de kwaliteit van de relaties die de emotionele basis vormt: in wezen zijn het de relaties tussen moeder, vader en kind. Daarbij staat centraal hoe sensitief ze elkaar aanvoelen en waarnemen, in elkaar geïnteresseerd zijn en hoe ze zich tot elkaar verhouden. De relatiestructuur is altijd zeer complex en gebaseerd op wederkerigheid. Zelfs de zuigeling is actief op zoek naar 'relatie'. Hij of zij wendt zich tot de ouders, kijkt hen met grote ogen aan, gebaart met heel zijn lijf, huilt hartverscheurend of lacht dat het een lieve lust is. Deze aanwezigheid wekt moederlijke tederheid, zorgzaamheid, beschermingsinstincten en heel wat liefdevolle gevoelens bij de ouders op. Maar laten we bij het begin beginnen. Want het kind beleeft zijn eerste relatie-ervaringen in de baarmoeder.
De eerste relatie
Ervaringen met de omgeving vinden ook plaats in de baarmoeder. Het prenatale kind, of het nu een hoopje cellen, een embryo of een foetus is, is alleen denkbaar in verband met zijn omgeving in de baarmoeder. De kwaliteit ervan beïnvloedt de ontwikkeling van het prenatale kind, net zoals zijn aanwezigheid de omgeving van de moeder ingrijpend verandert. Dit is niet alleen een puur fysieke gebeurtenis, maar ook een emotionele.
Dit blijkt heel duidelijk uit het feit dat het prenatale kind het emotionele welzijn van de moeder bijna ongefilterd 'ontvangt' via de navelstreng verbinding. Citaat: "Het drinkt mee, rookt mee, heeft ‘lief’ of ‘haat’, geniet mee en lijdt mee. Het voelt moeders hartslag, wordt bang als zij bang wordt, is ‘bezorgd’ om haar omdat het niet zonder haar kan leven, zijn leven hangt van haar en van haar leven af." Niet alleen zuurstof en een grote verscheidenheid aan stoffen bereiken het kind: geluiden en tonen van binnen en buiten beïnvloeden de intra-uteriene wereld van de foetus. De gevoelswereld van de moeder is zijn gevoelswereld. Hun lichaam en ziel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het kind ervaart het fysieke en emotionele welzijn van de moeder; net zoals de moeder - bewust of onbewust - getuige is van het welzijn van het kind.
We weten nog niet precies hoe de constructiewerkzaamheden aan de emotionele basis tijdens de prenatale ontwikkeling eruit moeten zien om bevorderlijk ze blijken. Het is moeilijk om dit wetenschappelijk aan te tonen. Er zijn echter aanwijzingen dat het goed gaat met het kind als het goed gaat met de moeder. Als het niet zo goed gaat, kan dat negatieve gevolgen hebben: kinderen van vrouwen die tijdens hun zwangerschap chronische stress ervaren, hebben doorgaans een lager geboortegewicht, worden te vroeg geboren en hebben als baby's meer last van slaap- en eetstoornissen, motorische problemen, rusteloosheid, verhoogde prikkelbaarheid etc. Mogelijk hebben deze kinderen bepaalde stresspatronen al in de baarmoeder geleerd. Dit kan ook worden aangetoond voor bijvoorbeeld depressie. Pasgeborenen van moeders die in het laatste trimester van de zwangerschap depressief waren, vertonen dezelfde depressieve fysiologische profielen als hun moeders. Een belemmering bij het vormen van de emotionele basis blijken ervaringen te zijn waarbij het voor het kind om leven en doodgaat: bijvoorbeeld een overleefde poging tot abortus of situaties waarbij de moeder in paniek raakt en grote angst en onzekerheid ontstaat, zoals zwanger worden door verkrachting, huiselijk en sociaal geweld, ernstige financiële crises, echtscheiding van een partner, overlijden van een naast familielid, etc.
Aan de andere kant werken de volgende ervaringen positief door: een moederlijk organisme dat het prenatale kind een evenwichtig ritme van activiteit en rust geeft,
het voorziet van gezonde voedingsstoffen, het beschermend omhult, het welkom heet, een liefdevol contact opbouwt en het alle ruimte geeft om op zijn eigen manier te groeien en te bloeien.
Het organisme leert van positieve en negatieve relationele ervaringen
Ongeacht of de situatie waarin de relatie vorm wordt gegeven positief of negatief is: het organisme wordt erdoor beïnvloed en leert ervan. De relationele ervaringen worden in het organisme bewaard en blijven doorwerken. Het kind neemt ze mee naar de volgende ontwikkelingsfase. De geboorte. Het geboorteproces wordt waarschijnlijk gekleurd door de prenatale ervaringen.
Beziehung und GeburtÂ
Een bevalling is waarschijnlijk een van de meest dramatische gebeurtenissen in iemands leven. Een lichaam met een veel te groot hoofd moet zich door een veel te kleine opening persen, waarbij het de vraag is of bijvoorbeeld de toevoer van zuurstof op deze avontuurlijke reis wel gegarandeerd is. De geboorte is - althans gedeeltelijk - een uitingsvorm van de fysieke en emotionele relatie tussen moeder en kind. Daarnaast zijn er de omgevingsfactoren: de invloed van de vader en andere mensen, zoals de verloskundigen. Ze kunnen allemaal het natuurlijke geboorteproces bevorderen of belemmeren.
Welke omstandigheden helpen het kind om voort te bouwen op zijn emotionele basis? Misschien wel het belangrijkste is het vermogen van de moeder om zich over te geven aan het geboorteproces, met andere woorden, om tijdens de geboorte in contact te blijven met het kind. Het helpt ook als de moeder de bevalling bewust kan meemaken, zich veilig voelt, wordt ondersteund in haar intrinsiek vermogen om van haar kind te bevallen, als ze wordt ondersteund en direct na de bevalling zoveel mogelijk tijd, gelegenheid en hulp voor zichzelf en haar partner krijgt om contact op te nemen met uw kind. Ondanks de intensiteit van wat er gebeurt, lijkt het ondersteunen van het natuurlijke geboorteproces heilzaam te zijn voor het kind, zowel fysiek als emotioneel. Uit onderzoek blijkt dat het organisme van het kind bij een natuurlijke bevalling goed beschermd is en eigenlijk best wel optimaal is voorbereid op de wereld 'buiten': zo dempt de endorfine de pijn, de stresshormonen verlagen de hartslag en de zuurstofbehoefte en laten de pasgeborene in het eerste uur van zijn leven de wereld met volle aandacht in zich opnemen: magische minuten in de eerste relatie tussen moeder en kind.
Vroeggeboorte - scheuren in de fundering?
Er zijn echter weinig perfecte bevallingen. Om het leven van moeder en kind te redden moet het bijvoorbeeld worden overgebracht naar een kinderziekenhuis. Dit is vooral dramatisch in het geval van te vroeg geboren kinderen. Wonen in een veel te grote couveuse met veel te veel licht, harde geluiden, pijnlijke manipulaties en veel te weinig nabijheid zal waarschijnlijk niet bevorderlijk zijn voor de opbouw van een emotionele basis: er is te weinig veiligheid en ontspanning. Bovenal is de scheiding van het vertrouwde moederlichaam een ​​emotioneel traumatische ervaring. We moeten ervan uitgaan dat het potentieel gepaard kan gaan met ‘scheuren in de fundering’. Nieuwe vormen van neonatologie, die ook rekening houden met de emotionele behoeften van het kind en zijn ouders, laten echter zien dat deze 'scheurtjes' te repareren zijn.
Bouwen aan positieve relaties = bouwen aan de emotionele basis
Dat geldt overigens waarschijnlijk voor alle scheuren in het relatiefundament. Een moeder die niet van haar kind in de baarmoeder kon houden, kan dat later misschien wel doen en kan later veel van de hechting compenseren die op dat moment niet mogelijk was. Wij mensen zijn fysiek en psychologisch zeer flexibele wezens: om te overleven kunnen we ons aanpassen aan ongunstige omstandigheden; in contact met helende menselijke relaties en omstandigheden kunnen we weer ontspannen en 'gezond' worden. Hoe eerder dit gebeurt, hoe beter. Ook al weten we dat vroege emotionele wonden ook bij volwassenen door psychotherapie kunnen worden geheeld, toch blijft het ‘hoe eerder hoe beter’. Wanneer we te vroeg geboren baby’s en andere kinderen en hun ouders in emotionele nood kunnen ondersteunen om weer positief met elkaar in contact te komen, helpen we groot leed te voorkomen.
De postnatale relatie - een soepele overgang creëren
Wat voor emotionele ondersteuning heeft een pasgeboren baby nodig om zijn emotionele basis optimaal te kunnen opbouwen?
Hoe ervaart de pasgeborene de wereld waar het terecht is gekomen? Met de geboorte heeft het pasgeboren kind zojuist een dramatische gebeurtenis achter de rug: de overgang van de extreme nabijheid en de vertrouwde leefomstandigheden in de baarmoeder naar een wereld met nieuwe, onbekende prikkels, veel te veel Licht, veel te veel lawaai en vooral veel te veel ruimte. Gelukkig zijn er een paar belangrijke hulpbronnen. In de baarmoeder heeft het kind negen maanden de tijd om zijn moeder te leren kennen: het heeft haar stem en die van zijn vader gehoord, het kent haar manier van bewegen. Moedermelk smaakt naar vruchtwater. En natuurlijk heeft het kind de ervaring om omhuld en gedragen te worden door het lichaam van de moeder. Zoals eerder vermeld, zorgen de stresshormonen bij de geboorte ervoor dat het kind de eerste uren na de geboorte duidelijk gericht is op contact met zijn ouders. De ouders kunnen dan bijna niet anders dan smoorverliefd worden op het kind: dit heeft een belangrijke biologische en emotionele functie: hier begint een nieuwe vorm van gehechtheid; vergelijkbaar met die in de baarmoeder, maar ook anders. Ouders en kind hebben tijd en gelegenheid nodig om deze nieuwe band te leren kennen en op te bouwen.
Bemoederen
Algemeen gezegd heeft de pasgeborene dus zijn moeder in zijn directe omgeving nodig. Zij is tenslotte degene die hij of zij het beste kent. Ze kan een ​​gevoel van veiligheid en vertrouwdheid geven. De vader kan deze functie op een vergelijkbare manier vervullen, behalve als het om borstvoeding gaat. Ook hij behoort tot de bekende wereld van het kind. Hoe dan ook, de beste manier voor het kind is als mensen in zijn omgeving zich ‘moederlijk’ gedragen. Als het baby's betreft, geldt dit ook voor mannen. Als ik in het vervolg het begrip 'moeder' gebruik, dan bedoel ik niet noodzakelijkerwijs de biologische moeder, maar beschrijf ik eerder een moederlijke houding in het algemeen, iemand die de rol van moeder (tijdelijk) vervult, iemand die moedert.
Gevoed worden
Borstvoeding is de meest natuurlijke manier om het kind te voeden. De samenstelling van moedermelk is precies goed. Het kind voelt heel precies aan wanneer en hoeveel het moet eten. Het heeft een duidelijk middel om dat kenbaar te maken. Het kan hartverscheurend huilen: een duidelijk signaal dat de moeder actie moet ondernemen.
Maar borstvoeding is veel meer dan alleen voeden. Het kalmeert, biedt veiligheid en is als het ware vloeibare liefde. Inmiddels weten we dat het de moedermelkproductie gepaard gaat met het activeren van het hormoon oxytocine. Michel Odent, de beroemde Franse verloskundige, noemt dit hormoon het "liefdeshormoon". Het komt ook vrij bij volwassenen door prettige aanraking, tijdens seksuele activiteit, maar ook wanneer sociale contacten als bevredigend worden ervaren. Het gaat hand in hand met een gevoel van geluk en de wens om zich met de ander te verbinden en aan elkaar te hechten. Via de borstvoeding leert de baby dit geluk kennen. Het leert dat het fijn is om mensen nodig te hebben en bij hen te zijn. Dat het contact met ze potentieel bevredigend is. En dat het goed is om aan bepaalde mensen gehecht te zijn.
Aangeraakt worden
Aanraking is een belangrijk onderdeel van borstvoeding, maar het is niet beperkt tot borstvoeding. Nauwe fysieke intimiteit met de moeder is bekend en vertrouwd voor het kind. Dan voelt het zich thuis. Dan voelt het zich veilig. Dan kan het ontspannen. Normaal gesproken voelt de moeder ook instinctief het verlangen om dicht bij het kind te zijn. Meestal komen de wensen dus goed overeen.
Waarom heeft het kind aanraking nodig? Ten eerste, zoals ik al zei, omdat tactiele stimulatie doet denken aan de leefsituatie in de baarmoeder. Maar er is meer: ​​door aanraking neemt de baby zijn eigen huid waar. De huid is het grootste sensorische orgaan van de mens. Het omhult het lichaam. De huid houdt het lijf bij elkaar. Het vertegenwoordigt een grens tussen binnen en buiten, tussen MIJ en de ANDER. De baby leert deze grens pas kennen door fysiek contact met de moeder. Op den duur leert het dat het niet hetzelfde is als zijn moeder, maar dat het een eigen wezen is. Met zijn eigen gevoel en zijn eigen percepties. Paradoxaal genoeg kunnen we relatief stressvrij onafhankelijke, geïndividualiseerde volwassenen worden als we genoeg positieve ervaringen hebben opgedaan met onze eigen afhankelijkheid als baby's en peuters: wij hebben de moeder/het moederlijke nodig, wij hebben het sensitieve lichaam van de moeder nodig.
Trouwens, niet elke aanraking is contactvol. Aanraking kan hard zijn, functioneel, seksualiserend, zelfs gewelddadig, enz. Het fysieke contact dat ik bedoel is aanraking die resoneert met de pasgeborene, is een welwillende reactie op hun behoeften; de kwaliteit ervan weerspiegelt de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie.
Een antwoord krijgen
De pasgeborene heeft de moeder nodig om in zijn behoeften te voorzien. Hij of zij kan dit niet alleen. Zonder haar is het kind hulpeloos. Een zin als 'Mama komt zo terug' is niet alleen om taalkundige redenen onbegrijpelijk voor een pasgeborene. Het weet niet hoe laat het is. Als mama er niet is, komt ze bijna nooit meer terug! Als ze te lang niet beschikbaar is, voelt het voor het kind als potentieel doodgaan. Dan is het helemaal alleen, vergeten door de hele wereld. Dan is er niets binnenin dat het vasthoudt en draagt. Het dreigt in het niets te vallen! Paniek! Gevoelsmatig dreigt het kind dan 'uit elkaar te vallen', ‘zichzelf te verliezen’.
Het vermogen van het kind om duidelijk te maken wat het nodig heeft is beperkt. Het is daarom belangrijk dat de moeder de signalen begrijpt. Dat ze begrijpt wanneer het kind honger heeft of verlangt naar oogcontact, naar aanraking of nieuwsgierig is naar iets nieuws of wanneer het haar nodig heeft om te kalmeren. En dan is het cruciaal dat de moeder op de juiste manier op deze signalen reageert: dat ze in alle rust borstvoeding kan geven, dat ze het kind regelmatig op haar lichaam draagt ​​om een gevoel van veiligheid door te geven, dat ze zijn oogcontact beantwoordt, teder praat en het via haar lichaam kalmeert wanneer zijn lichaam zich verliest in te veel emotionele lading. Natuurlijk moet het antwoord niet te lang op zich wachten. Hoe kleiner het kind is, hoe minder kan het uitstel verdragen, want het kan zichzelf nog amper reguleren zonder overmand te worden door angstgevoelens.
Weer in balans komen
Het organisme van de baby kan zijn emoties niet reguleren. Een baby wordt volledig bepaald door de gevoelens die plotseling van binnenuit opkomen. Als deze gevoelens te sterk zijn, bijvoorbeeld door honger, pijn, angst enz., dan heeft het kind sensitief contact met de moeder nodig om de storm van emoties die door zijn lichaam raast te kalmeren. Het heeft haar aanwezigheid nodig om het evenwicht te herstellen. Het leert hier veel van: haar sereniteit en innerlijke rust bieden het kind op de lange termijn de zekerheid dat het hebben van gevoelens en behoeften niet dramatisch is, maar tot bevrediging kan leiden. Ze laat voelen dat en hoe men zichzelf kan kalmeren. Biologisch gesproken bevordert de veilige gehechtheid aan de moeder de ontwikkeling van de prefrontale cortex: deze ontwikkelt zich ongelofelijk snel, vooral in het eerste levensjaar. Wanneer dit deel van de hersenen voldoende ontwikkeld is, is de volwassene in staat behoeften uit te stellen, frustratie te verdragen en de bijbehorende gevoelens en affecten te reguleren. Een volwassene die bijvoorbeeld onmiddellijk uithaalt als hij gefrustreerd, depressief reageert of verslavende middelen moet gebruiken, kan de creatieve denkkracht van de prefrontale cortex niet gebruiken om dat probleem op te lossen. Er ontbreekt dan een belangrijke psychologische functie: de zogenaamde affectregulatie.
De baby leert affectregulatie door positieve hechtingservaringen: door gepaste emotionele reacties van de moeder op de behoeften van het kind en door de ervaring van het hervinden van zijn emotioneel en fysiek evenwicht. Het idee dat baby’s juist door frustratie hun behoeften leren beheersen en reguleren, is een hardnekkige en fatale vergissing, met grote gevolgen voor de mentale en fysieke gezondheid. Het wordt duidelijk weerlegd door modern hersenonderzoek.
De connectie verliezen doet pijn en heeft gevolgen
Scheuren in de fundering ontstaan ​​wanneer niet wordt voldaan aan de behoefte van de pasgeborene aan bevredigend contact met zijn moeder. Dit is vooral het geval wanneer hij of zij te lang van haar gescheiden is. Zoals eerder vermeld, is dit een situatie die extreme stress en wanhoop bij het kind veroorzaakt. Bowlby, een Engelse kinderpsychiater en grondlegger van de hechtingstheorie, beschrijft hoe baby's en jonge kinderen omgaan met deze stress.
Ten eerste protesteert het kind tegen het alleen zijn door luid te krijsen. Als de situatie aanhoudt, reageert het kind apathisch. Een gevoel van hopeloosheid en verdriet om het verlies van de moeder overheerst. Eindelijk, in een derde fase, lijkt het kind te herstellen. Het heeft zich aangepast en lijkt 'normaal' te reageren op de verzorgers. Binnen is echter iets anders aan de hand. Het kind heeft zich afgewend van de persoon waaraan het zich wilde en moest hechten. Het verwacht niets meer van de menselijke wereld. Het heeft noodgedwongen het leven aanvaard waarin het alleen is en geen contact of hulp kan worden verwacht.
Aan de hand van een voorbeeld wil ik kort uitleggen wat de gevolgen hiervan kunnen zijn. Een cliënt van mij werd in het ziekenhuis opgenomen toen ze een en een half jaar oud was. Daar verbleef ze twee lange jaren. Haar moeder kon haar maar eens in de twee weken opzoeken omdat het ziekenhuis ver weg was van haar woonplaats. Haar vader, een kapitein, was er nog minder vaak. Toen de cliënt mij dit verhaal voor het eerst vertelde, sprak ze erover zonder enig gevoel. Veel later kwamen deze gebeurtenissen in haar bewustzijn. Oude gevoelens van totale verlatenheid kwamen naar boven. Ze kon ze alleen goed gedoseerd verdragen. Hoewel deze gevoelens verre van comfortabel voor haar zijn, vertelde ze me onlangs dat ze denkt dat juist deze gebeurtenis de sleutel is tot de oplossing van haar problemen: daar, in het ziekenhuis, leerde ze dat mensen niet te vertrouwen zijn. Dat de behoefte zich aan mensen te binden ‘gevaarlijk’ is en tergend pijnlijk. Dat het beter is om op jezelf te vertrouwen en liever gevoelens van welke aard dan ook af te sluiten.
De opbouw van emotionele fundament is gestagneerd; Erger nog, wat er al was, werd zelfs actief afgebroken: een leven van eenzaamheid en afgescheidenheid en grote innerlijke spanning zijn de gevolgen. Iedereen die denkt dat hij alleen is en alles alleen kan of moet doen, overvraagt zijn emotionele draagkracht.
Hoe eerder hoe beter!
Het voorbeeld laat ook zien dat een broze fundering gerepareerd kan worden. Dat het organisme in staat is, zelf niet zelden wanhopig zit te ‘wachten’, om heel te worden.
Tot slot wil ik iedereen aanmoedigen, die deze kleine mensen en hun ouders in moeilijke levenssituaties begeleidt: geef aandacht aan de emotionele behoeften van de kinderen! Geef aandacht aan de emotionele behoeften van ouders! Geef ook op uw werkplek aandacht aan uw eigen emotionele behoeften! Hoe eerder hoe beter!
Â
コメント